Uittreksel uit arrest nr. 44/2015 van 23 april 2015 Rolnummers : 5754, 5757

Uittreksel uit arrest nr. 44/2015 van 23 april 2015

Rolnummers : 5754, 5757, 5776 en 5799

In zake : de beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, ingesteld door de vzw « Kinderrechtencoalitie Vlaanderen », door de vzw « Liga voor Mensenrechten » en de vzw « Ligue des Droits de l'Homme », door Luc Lamine en door het Algemeen Christelijk Vakverbond en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen,

wijst na beraad het volgende arrest :

I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

  1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 november 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 25 november 2013, heeft de vzw « Kinderrechtencoalitie Vlaanderen », vertegenwoordigd door Christine Melkebeek, beroep tot vernietiging ingesteld van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 2013).

  2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 november 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 november 2013, hebben de vzw « Liga voor Mensenrechten » en de vzw « Ligue des Droits de l'Homme », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Pattyn, advocaat bij de balie te Brugge, beroep tot vernietiging ingesteld van de voormelde wet.

  3. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 december 2013 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 december 2013, heeft Luc Lamine beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de voormelde wet.

  4. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 2 januari 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 januari 2014, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de voormelde wet, door het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV), het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV), Marc Leemans, Claude Rolin, Rudy De Leeuw en Anne Demelenne, allen bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Buelens, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5754, 5757, 5776 en 5799 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

(...)

II. In rechte

(...)

Ten aanzien van de bestreden wet

B.1.1. De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voert een op zichzelf staande regeling in van de gemeentelijke administratieve sancties. Vóór de inwerkingtreding ervan, op 1 januari 2014, was die regeling vervat in artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet.

Dat artikel, ingevoegd bij de wet van 13 mei 1999, had tot doel de gemeenten in staat te stellen de overtredingen van hun reglementen en verordeningen niet langer alleen strafrechtelijk, maar ook administratiefrechtelijk te bestraffen. Daardoor wilde de wetgever het bestraffen van ongewenst gedrag en van kleinere vormen van overlast vergemakkelijken en versnellen, waardoor de werklast van de strafgerechten zou worden verminderd (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 2031/1, pp. 2-3).

Latere wijzigingen van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet stelden de gemeenten in staat om administratieve sancties op te leggen voor overtredingen en bepaalde wanbedrijven vermeld in het Strafwetboek, alsook om onder bepaalde voorwaarden minderjarigen administratiefrechtelijk te bestraffen.

Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, zoals vervangen bij artikel 46 van de bestreden wet, verwijst voortaan naar de nieuwe, op zichzelf staande regeling :

De gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

.

B.1.2. De politiebevoegdheid van de gemeenten omvat, krachtens artikel 135, § 2, tweede lid, 7°, van de Nieuwe Gemeentewet, « het nemen van de nodige maatregelen, inclusief politieverordeningen, voor het tegengaan van alle vormen van openbare overlast ».

De omzendbrief OOP 30bis « aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet » en de omzendbrief van 22 juli 2014 « waarbij uitleg wordt verschaft bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties » bepalen dat « de openbare overlast [...] betrekking [heeft] op, voornamelijk individuele, materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners van een gemeente, een wijk, een straat, kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt ».

Naar het voorbeeld van het vroegere artikel 119bis, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt de bestreden wet dat de gemeenteraad straffen of administratieve sancties kan bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen en verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald (artikel 2, § 1). Daarbij wordt mogelijk gemaakt dat de politiereglementen van meerdere gemeenten worden geharmoniseerd (artikel 2, §§ 2 en 4).

In afwijking van artikel 2, § 1, kan de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen ook in een administratieve sanctie voorzien voor bepaalde inbreuken vermeld in het Strafwetboek en voor bepaalde inbreuken op de verkeerswetgeving (artikel 3). Zij vormen de zogenaamde « gemengde » inbreuken.

De parlementaire voorbereiding van de bestreden wet verduidelijkt dat de gemeenten vrij kunnen beslissen om « het systeem van de gemeentelijke administratieve sancties » al dan niet op hun grondgebied toe te passen (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2712/001, p. 4).

De wet bepaalt vervolgens de sancties en de alternatieve maatregelen voor die sancties (artikelen 4 tot 13), voorziet in een bijzondere regeling voor de minderjarigen van veertien jaar en ouder (artikelen 14 tot 19) en regelt de administratieve procedure (artikelen 20 tot 32), met inbegrip van de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de politierechtbank of de jeugdrechtbank (artikel 31), alsook de wijze van inning (artikel 33) en onmiddellijke betaling van de administratieve geldboetes (artikel 34 tot 42) en de termijn van verjaring (artikel 43).

Artikel 44 van de wet regelt de wijze waarop elke gemeente een register van de gemeentelijke sancties dient bij te houden.

Artikel 45 bepaalt dat de administratieve sancties die de schorsing of intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning of de sluiting van een inrichting inhouden, door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege dienen te worden opgelegd en dat zulks slechts mogelijk is nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen.

Artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet, zoals ingevoegd bij artikel 47 van de bestreden wet, voert de mogelijkheid in voor de burgemeester om een tijdelijk plaatsverbod op te leggen jegens de daders van bepaalde gedragingen.

Ten slotte voorziet de bestreden wet in een wijziging van artikel 601ter van het Gerechtelijk Wetboek (artikel 49), in de opheffing van artikel 119ter van de Nieuwe Gemeentewet (artikel 50), in een overgangsregeling voor de lopende procedures (artikel 51) en in de verplichting voor de minister van Binnenlandse Zaken om tweejaarlijks aan het Parlement verslag uit te brengen over de toepassing van de wet (artikel 52).

B.1.3. De beroepen strekken tot de gehele of gedeeltelijke vernietiging van de bestreden wet. Het Hof beperkt zijn onderzoek evenwel tot de bepalingen waartegen daadwerkelijk grieven zijn aangevoerd.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid

B.2.1. De Ministerraad betwist de ontvankelijkheid van het verzoekschrift in de zaak nr. 5754, meer bepaald omdat niet aan de vereiste van artikel 7 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof zou zijn voldaan.

B.2.2. De regels inzake de ontvankelijkheid van een verzoekschrift zijn gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van de risico's van rechtsonzekerheid. Het Hof dient evenwel erover te waken dat het die regels niet op een overdreven formalistische wijze toepast.

B.2.3. Artikel 7, derde lid, van de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof bepaalt :

Indien een rechtspersoon het beroep instelt of in het geding tussenkomt, legt deze partij, op het eerste verzoek, het bewijs voor van de beslissing om het beroep in te stellen of voort te zetten of om tussen te komen en, wanneer haar statuten moeten worden bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, een kopie van die bekendmaking

.

Wat betreft de beroepen ingesteld door een vereniging zonder winstoogmerk, zoals de verzoekende partij in de zaak nr. 5754, moet die bepaling in samenhang worden gelezen met artikel 13 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, op grond waarvan het door de vertegenwoordigingsbevoegde persoon ondertekende verzoekschrift moet worden geacht de vereniging te verbinden zoals een beslissing van het procesbevoegde orgaan.

B.2.4. Het verzoekschrift werd ondertekend door twee leden van de raad van bestuur, hetgeen krachtens artikel 15 van de statuten van de verzoekende vereniging volstaat om haar extern te vertegenwoordigen.

Derhalve is voldaan aan het doel van artikel 7, derde lid, van de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof, dat ertoe strekt de deelnemers aan het rechtsverkeer de zekerheid te bieden dat de vordering op rechtsgeldige wijze is ingesteld.

B.3.1. De verzoekende partijen in de zaken nrs. 5754 en 5757 betwisten de ontvankelijkheid...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT