Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de televisieprogramma's die hun lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling zouden kunnen aantasten (VERTALING)., de 1 juillet 2004

Artikel 1. De televisieprogramma's bedoeld in artikel 9, 2°, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, worden gerangschikt als volgt :

  1. programma's niet aangeraden voor minderjarigen onder de 10 jaar;

  2. programma's niet aangeraden voor minderjarigen onder de 12 jaar;

  3. programma's niet aangeraden voor minderjarigen onder de 16 jaar;

  4. programma's niet aangeraden voor minderjarigen.

Televisiejournaals en reclame worden niet gerangschikt.

De actualiteitenmagazines zijn onderworpen aan de verplichting bedoeld in het eerste lid, maar niet aan de verplichtingen bedoeld in de derde leden van de artikelen 6 en 8.

In de televisiejournaals is de presentator ertoe gehouden een mondelinge waarschuwing te geven tegen programma's die de lichamelijke, geestelijke en zedelijke ontwikkeling van de minderjarigen zouden kunnen aantasten.

Art. 2. § 1. Elke dienstenuitgever die onder de Franse Gemeenschap ressorteert, deelt de programma's bedoeld in artikel 9, 2°, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep in volgens de categorieën bedoeld in artikel 1.

§ 2. Tegen de datum van inwerkingtreding van dit besluit richt de dienstenuitgever een keuringscomité op dat belast is met het voorstellen van een rangschikking van de programma's die de lichamelijke, geestelijke en zedelijke ontwikkeling van de minderjarigen zouden kunnen aantasten.

De samenstelling van dit comité behoort tot de volledige verantwoordelijkheid van de dienstenuitgever.

Binnen de tien dagen volgend op de samenstelling van het keuringscomité licht de dienstenuitgever de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector in over de samenstelling van het bovenvermelde comité. Op dezelfde wijze, indien de samenstelling van het Comité tegelijkertijd gewijzigd wordt, heeft de dienstenuitgever tien dagen om de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector in te lichten over de nieuwe samenstelling.

Art. 3. De programma's die niet aangeraden zijn voor minderjarigen onder de tien jaar, zijn programma's die bepaalde scènes bevatten die de lichamelijke, geestelijke en zedelijke ontwikkeling van de minderjarigen zouden kunnen aantasten.

Deze programma's worden met een rond, wit herkenningsteken geïdentificeerd, gepaard met een -10 in het zwart, geïllustreerd onder punt 1 van de bijlage.

Art. 4. De programma's bedoeld in artikel 3 moeten door de dienstenuitgevers met het herkenningsteken bedoeld in hetzelfde artikel worden geïdentificeerd tijdens de hele duur van hun uitzending...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT