15 FEBRUARI 2007. - Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Vilnius op 3 juni 1999 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. Het Protocol houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Vilnius op 3 juni 1999, zal volkomen gevolg hebben.

De wijzigingen van het Verdrag en zijn aanhangsels en bijlagen, aangebracht met toepassing van de artikelen 34 en 35 van het Verdrag inzake het internationale spoorwegvervoer (COTIF), zoals gewijzigd door het Protocol, gedaan te Vilnius op 3 juni 1999, zullen volkomen gevolg hebben.

De Koning stelt het Parlement in kennis van iedere wijziging aangenomen met toepassing van de artikelen 34 en 35 van het Verdrag, bij middel van een schriftelijk verslag en voor de inwerkingtreding van de aangenomen wijziging.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2007.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken,

K. DE GUCHT

De Minister van Mobiliteit,

R. LANDUYT

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

Mevr. L. ONKELINX

_______

Nota's

(1) Zitting 2006-2007.

Senaat :

Parlementaire documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 20 oktober 2006, nr. 3-1866/1. - Amendementen, nr. 3-1866/2. - Verslag, nr. 3-1866/3. - Tekst geamendeerd door de Commissie, nr. 3-1866/4

Parlementaire handelingen. - Besprekking, vergadering van 14 december 2006. - Stemming, vergadering van 14 december 2006.

Kamer van volksvertegenwoordigers :

Parlementaire documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-2816/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2816/2.

Parlementaire handelingen. - Bespreking, vergadering van 18 januari 2007. - Stemming, vergadering van 18 januari 2007.

VERKLARING

Protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het internationaal spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, gedaan te Vilnius op 3 juni 1999

Aan de depositaris van COTIF

Verklaring op grond van artikel 42 van COTIF

In afwachting van de afloop van de onderhandelingen betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot COTIF, zal BelgiÎ de volgende aanhangsels van COTIF niet toepassen :

De Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur bij internationaal spoorwegvervoer (CUI - Aanhangsel E bij de Overeenkomst);

De Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en de aanneming van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in internationaal verkeer (APTU - Aanhangsel F bij de Overeenkomst);

De Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in internationaal verkeer (ATMF - Aanhangsel G bij de Overeenkomst).

De Minister van Buitenlandse Zaken

K. DE GUCHT

Protocol van 3 juni 1999 houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999)

Met toepassing van de artikelen 6 en 19, ß 2, van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer, ondertekend te Bern op 9 mei 1980, hierna te noemen "COTIF 1980", heeft van 26 mei tot en met 3 juni 1999 te Vilnius de vijfde Algemene Vergadering van de Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) plaatsgevonden.

- Overtuigd van de noodzaak en het nut van een intergouvernementele organisatie die zich voorzover mogelijk met alle aspecten van het internationale spoorwegvervoer op het niveau van de Staten bezighoudt,

- overwegende dat met het oog daarop en rekening houdende met de toepassing van de COTIF 1980 door 39 staten in Europa, AziÎ en Afrika, alsook door de spoorwegondernemingen in deze Staten, de OTIF hiervoor de meest aangewezen organisatie is,

- gelet op de noodzaak de COTIF 1980, met name de Uniforme Regelen CIV en de Uniforme Regelen CIM, aan te passen aan de nieuwe behoeften van het internationale spoorwegvervoer,

- overwegende dat de veiligheid bij het vervoer van gevaarlijke goederen in het internationale spoorwegvervoer vereist het RID om te zetten in een publiekrechtelijk stelsel, waarvan de toepassing niet meer afhankelijk is van het sluiten van een vervoerovereenkomst, onderworpen aan de Uniforme Regelen CIM,

- overwegende dat sinds de ondertekening van het Verdrag op 9 mei 1980 de politieke, economische en juridische veranderingen die in een groot aantal Lidstaten hebben plaatsgevonden, nopen tot het opstellen en ontwikkelen van uniforme voorschriften die zich uitstrekken tot andere rechtsgebieden die voor het internationale spoorwegverkeer van belang zijn,

- overwegende dat de Staten, door rekening te houden met bijzondere openbare belangen, meer doeltreffende maatregelen zouden moeten nemen voor het wegnemen van de belemmeringen die thans nog bestaan bij de grensoverschrijding in het internationale spoorwegverkeer,

- overwegende dat in het belang van het internationale spoorwegvervoer het belangrijk is de op spoorweggebied bestaande multilaterale internationale verdragen en overeenkomsten te moderniseren en deze, in voorkomend geval, in het Verdrag op te nemen, heeft de Algemene Vergadering het volgende besloten :

Artikel 1

Nieuwe versie van het Verdrag

De COTIF 1980 wordt gewijzigd volgens de in de bijlage opgenomen versie, die een integrerend deel vormt van dit Protocol.

Artikel 2

Voorlopige depositaris

ß 1. De in de artikelen 22 tot en met 26 van de COTIF 1980 genoemde taken van de depositaris worden, vanaf de openstelling ter ondertekening van dit Protocol tot aan de datum van inwerkingtreding hiervan, door de OTIF als voorlopige depositaris vervuld.

ß 2. De voorlopige depositaris geeft de Lidstaten kennis :

  1. van de ondertekeningen van dit Protocol en van de neerlegging van de akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding,

  2. van de datum waarop dit Protocol met toepassing van artikel 4 in werking treedt, en vervult de overige taken van de depositaris zoals vermeld in Deel VII van het Verdrag van Wenen van 23 mei 1969 inzake het verdragenrecht.

    Artikel 3

    Ondertekening. Bekrachtiging. Aanvaarding. Goedkeuring. Toetreding

    ß 1. Dit Protocol blijft tot en met 31 december 1999 openstaan voor ondertekening door de Lidstaten. Deze ondertekening vindt plaats te Bern bij de voorlopige depositaris.

    ß 2. Overeenkomstig artikel 20, ß 1, van de COTIF 1980, is dit Protocol onderworpen aan bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden zo snel mogelijk bij de voorlopige depositaris neergelegd.

    ß 3. De Lidstaten die het Protocol niet binnen de in ß 1 bedoelde termijn hebben ondertekend, alsook de lidstaten wier verzoek tot toetreding tot de COTIF 1980, overeenkomstig artikel 23, ß 2 daarvan, van rechtswege is ingewilligd, kunnen voor de inwerkingtreding van dit Protocol hiertoe toetreden door middel van neerlegging van een akte van toetreding bij de voorlopige depositaris.

    ß 4. De toetreding van een Staat tot de COTIF 1980 overeenkomstig artikel 23 daarvan, waarvoor het verzoek is gedaan na de openstelling ter ondertekening van dit Protocol maar voor de inwerkingtreding hiervan, geldt zowel voor de COTIF 1980 als voor het Verdrag in de versie van de Bijlage bij dit Protocol.

    Artikel 4

    Inwerkingtreding

    ß 1. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de maand waarin de voorlopige depositaris de Lidstaten kennis heeft gegeven van de neerlegging van de akte waardoor de voorwaarden van artikel 20, ß 2, van de COTIF 1980 zijn vervuld. Als lidstaten in de zin van dit artikel 20, ß 2, worden de Staten aangemerkt, die ten tijde van het besluit van de vijfde Algemene Vergadering Lidstaten waren en dit nog steeds zijn op het tijdstip waarop de voorwaarden voor de inwerkingtreding van dit Protocol zijn vervuld.

    ß 2. Artikel 3 is evenwel van toepassing vanaf de openstelling ter ondertekening van dit Protocol.

    Artikel 5

    Verklaringen en voorbehouden

    De in artikel 42, ß 1, van het Verdrag in de versie van de Bijlage bij dit Protocol bedoelde verklaringen en voorbehouden kunnen op elk tijdstip worden afgelegd of gemaakt, zelfs voor de inwerkingtreding van dit Protocol. Deze verklaringen en voorbehouden worden van kracht op het tijdstip van inwerkingtreding van dit Protocol.

    Artikel 6

    Overgangsbepalingen

    ß 1. Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit Protocol roept de Secretaris-Generaal van de OTIF de Algemene Vergadering bijeen teneinde :

  3. de leden van het ComitÈ van Beheer voor de komende periode aan te wijzen (artikel 14, ß 2, onder b van de COTIF in de versie van de Bijlage bij dit Protocol) en, in voorkomend geval, tot de beÎindiging van het mandaat van het zittende ComitÈ van Beheer te besluiten,

  4. het maximale bedrag, per tijdvak van zes jaar, vast te stellen voor de uitgaven van de Organisatie in iedere begrotingsperiode (artikel 14, ß 2, onder e van de COTIF in de versie van de Bijlage bij dit Protocol), en

  5. in voorkomend geval over te gaan tot de verkiezing van de Secretaris-Generaal (artikel 14, ß 2, onder c van de COTIF in de versie van de Bijlage bij dit Protocol).

    ß 2. Uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van dit Protocol, roept de Secretaris-Generaal van de OTIF de Commissie van technisch deskundigen bijeen.

    ß 3. Na de inwerkingtreding van dit Protocol vervalt het overeenkomstig artikel 6, ß 2, onder b van de COTIF 1980 vastgestelde mandaat van het ComitÈ van Beheer op de door de Algemene Vergadering vastgestelde datum; deze datum valt samen met de aanvang van het mandaat van de door de Algemene Vergadering aangewezen leden en plaatsvervangende leden van het ComitÈ van Beheer (artikel 14, ß 2, onder b van de COTIF in de versie van de Bijlage bij dit Protocol).

    ß 4. Het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT