Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij. - Besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij tot wijziging van het besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij van 17 december 2015 tot regeling van de delegatie van handtekening aan sommige personeelsleden van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, wat betreft diverse bepalingen, de 12 janvier 2017
Artikel 1. In artikel 6 van het besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij van 17 december 2015 tot regeling van de delegatie van handtekening aan sommige personeelsleden van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij wordt de zinsnede "ieder wat zijn of haar afdeling of entiteit betreft," vervangen door de zinsnede "ieder wat zijn of haar afdeling, entiteit of opdracht betreft,".
Art. 2. In artikel 7 tot en met 12 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", ieder wat zijn of haar afdeling of entiteit betreft," telkens opgeheven.
Art. 3. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art.17. De heer Eddy Van Dyck, afdelingshoofd, heeft delegatie van handtekening om:
-
EU-voorstellen over bodem op te volgen en de OVAM op Europees niveau te vertegenwoordigen wat bodem betreft, voor de opdracht aan hem toegewezen;
-
de OVAM in het buitenland te vertegenwoordigen en buitenlandse afvaardigingen te ontvangen wat bodem betreft, voor de opdracht aan hem toegewezen;
-
ondersteuning te bieden bij de uitwerking en omzetting van internationale en Europese regels in Vlaamse regelgeving wat bodem betreft;
-
ondersteuning te bieden aan de nationaal expert bodem bij de Europese Commissie;
-
ondersteuning te bieden en aan kennisoverdracht te doen binnen de OVAM wat zijn ervaring en expertise over bodem betreft;
-
de OVAM te vertegenwoordigen op de Interregionale Bodemsaneringscommissie (IBC);
-
ondersteuning te bieden bij de verdere ontwikkeling in de werking van het fonds voor BOFAS vzw en de eventuele oprichting van een zogenaamd PREMAZ-fonds."
Art. 4. Aan artikel 18 van hetzelfde besluit worden een punt 20° tot en met 26° toegevoegd, die luiden als volgt:
"20° de toegankelijkheid van het Grondeninformatieregister te organiseren en het Grondeninformatieregister te beheren, met inbegrip van het afleveren van de bodemattesten;
-
standaardprocedures en codes van goede praktijk voor te bereiden en die voor te stellen aan de Vlaamse minister van Leefmilieu;
-
het beleid over het gebruik van uitgegraven bodem uit te stippelen en op te volgen;
-
aanvragen tot erkenning als bodembeheerorganisatie, tussentijdse opslagplaats of grondreinigingscentrum voor uitgegraven bodem te behandelen, waaronder het geven van advies aan de Vlaamse minister van Leefmilieu over de aanvraag tot erkenning;
-
kwaliteitsreglementen in het kader van het gebruik van de erkenning als tussentijdse opslagplaats of...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI