Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats., de 2 mars 2007

Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 oktober 1995, 23 februari 1999 en 13 december 2002, wordt 4° vervangen door wat volgt :

" 4° ze moet de ingezamelde gelden besteden aan projecten die zo veel mogelijk verspreid zijn over het Nederlandse taalgebied en het tweetalig gebied Brussel - Hoofdstad; ".

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 1999, wordt § 3 vervangen door wat volgt :

" § 3. Er wordt bij de oprichting of bij de eerste vraag tot erkenning geacht voldaan te zijn aan de onder artikel 2, 4° gestelde voorwaarde wanneer uit het voorgelegde projectenplan blijkt dat het totale investeringsbedrag van de projecten voor het oprichten van serviceflatgebouwen zoveel mogelijk gelijk verdeeld is over het Nederlandse taalgebied en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad voor zover er voldoende aanvragen zijn, en zo mogelijk rekening houdend met volgende gegevens :

- de bevolkingsdichtheid per administratief arrondissement;

- de demografische samenstelling en de relatieve vertegenwoordiging daarin van personen ouder dan 60 jaar;

- het aantal reeds bestaande serviceflats.

Een afwijking op de verhoudingen inzake spreiding kan slechts toegestaan worden gedurende de realisatieperiode van het goedgekeurd projectenplan. "

Art. 3. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 1996, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

" Er wordt een commissie voor advies opgericht die bestaat uit minstens de volgende leden :

  1. één lid aangewezen door de Welzijnscommissie van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;

  2. één lid aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  3. één lid aangewezen door het Instituut voor Bedrijfsrevisoren;

  4. één lid aangewezen door de commissie voor Bank- en Financiewezen;

  5. één lid aangewezen door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;

  6. één lid aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor wonen;

  7. één lid aangewezen door de Vlaamse minister, bevoegd voor de coördinatie van het beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad;

  8. één voorzitter...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT