Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding aan de Belgische grensarbeiders in uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, n van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 03-07-1999 en tekstbijwerking tot 23-11-2000), de 9 juin 1999

Artikel 1. ß 1. Vanaf 1 januari 1999 wordt een vergoeding toegekend aan de Belgische grensarbeiders tewerkgesteld in Nederland of in Frankrijk ter compensatie van het inkomstenverlies dat zij lijden ten gevolge van het feit dat zij hun belastingen in BelgiÎ en hun sociale zekerheidsbijdragen in het werkland betalen.

ß 2. Worden voor de toepassing van dit besluit beschouwd als grensarbeiders in Nederland de werknemers die een loontrekkende activiteit uitoefenen in de Nederlandse grensstreek of een Nederlandse uitkering genieten in de zin van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Ziektewet, de Werkloosheidswet of de Loopbaanonderbrekingsregeling, wonen in de Belgische grensstreek, premieplichtig zijn voor de Volksverzekeringen in Nederland en belastingplichtig zijn in BelgiÎ.

De in het vorige lid bedoelde grensstreken zijn de volgende gebieden:

  1. de grensstreek van Nederland is het gebied dat ten zuiden worden begrensd door de Nederlands-Belgische grens en ten noorden door Grevelingen, Krammer, Volkerak, Hollandsch Diep, Dordtsche Kil, Merwede, de Maas tot Gennep, de spoorlijn van Gennep naar het oosten tot aan de Duitse grens;

  2. de grensstreek van BelgiÎ is het gebied dat ten noorden wordt begrensd door de Belgisch-Nederlandse grens en ten zuiden door een denkbeeldige kortste lijn die de volgende gemeenten verbindt: Oostende, Brugge, Tielt, Oudenaarde, Aalst, Mechelen, Leuven, Tienen, Landen, Borgworm (Waremme), Luik (LiËge), Verviers, Eupen, Raeren.

De gemeenten die door de in het vorig lid b) bedoelde denkbeeldige lijn worden doorsneden, worden geacht in hun geheel tot de grensstreek te behoren.

De betaling van de vergoeding is afhankelijk van de voorlegging door de rechthebbende van het bewijs dat de inkomsten bedoeld in het eerste lid effectief aan de Belgische inkomstenbelasting worden onderworpen.

(De werknemer die een Nederlandse uitkering krijgt krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, die ingevolge het Nederlandse koninklijk besluit 746 vanaf 1 januari 2000 niet langer premieplichtig is voor de in het vorige lid opgesomde Volksverzekeringen, blijft voor de toepassing van dit besluit als grensarbeider beschouwd, op voorwaarde dat hij :

- naast een Nederlandse uitkering krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering geen andere Belgische sociale zekerheidsuitkering ontvangt;

- het bewijs levert dat hij zich hetzij in BelgiÎ, hetzij in Nederland, heeft verzekerd voor het toekomstige verlies aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT