18 DECEMBER 2015. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

In de programmawet van 10 augustus 2015 werd een nieuw aanslagstelsel ingevoerd dat van toepassing is op de juridische constructies. In dit aanslagstelsel wordt wat het toepassingsgebied betreft van de in artikel 2, § 1, 13°, b), van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) bedoelde juridische constructies, een onderscheid gemaakt naargelang de plaats van vestiging van de in deze bepaling geviseerde rechtspersonen (enigerlei vennootschap, vereniging, inrichting, instelling of entiteit, die krachtens het recht dat deze entiteiten beheerst, rechtpersoonlijkheid bezit).

Voor wat betreft de rechtspersonen die gevestigd zijn binnen de Europese Economische Ruimte, wordt het toepassingsgebied van dit aanslagstelsel beperkt tot degene die zijn begrepen in het toepassingsgebied van het koninklijk besluit dat artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, WIB 92 ten uitvoering brengt.

Reeds kort na de publicatie van de voormelde programmawet, meer bepaald op 23 augustus 2015, werd een eerste koninklijk besluit ondertekend dat de voormelde wettelijke bepaling ten uitvoering bracht. Dit besluit beperkte zich tot de overname van de rechtspersonen waarvan het recht wordt beheerst door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die reeds in het koninklijk besluit van 19 maart 2014 tot uitvoering van artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevoegd bij de wet houdende diverse bepalingen van 30 juli 2013 waren begrepen. De aanpassing van de rechtsgrond van dit laatst genoemde koninklijk besluit had immers tot gevolg dat er twee afzonderlijke nieuwe koninklijke besluiten dienden te worden opgesteld.

Het aan U gepresenteerde ontwerp heeft tot doel om het door U op 23 augustus 2015 ondertekende besluit te vervangen met het oog op het nog slagkrachtiger maken van het aanslagstelsel.

Waar de bepaling in artikel 2, § 1, 13°, b), tweede lid, WIB 92, die van kracht was voor de inwerkingtreding van de voormelde programmawet, expliciet de bevoegdheid van de Koning beperkte tot het opnemen van de "voor welbepaalde landen of rechtsgebieden beoogde rechtsvormen", is na de inwerkingtreding van de programmawet de rechtsgrond voor dit koninklijk besluit ruimer geformuleerd, waardoor aan de Koning de bevoegdheid wordt verleend om de beoogde gevallen ruimer te omschrijven, waardoor deze zich niet hoeft te beperken tot een opsomming van landen en rechtsvormen.

Teneinde het mogelijk te maken voor de Koning om deze bredere bevoegdheid te kunnen vormgeven, heeft de wetgever ervoor gekozen om deze koninklijke besluiten bij wet te bekrachtigen.

Van deze ruimere formulering van de rechtsgrondslag wordt in het aan U voorgestelde besluit gebruik gemaakt, in die zin dat in dit besluit ook twee nieuwe definities worden opgenomen.

Zo worden in dit ontwerp de in artikel 2, § 1, 13° /1, WIB 92 beoogde instellingen, entiteiten en vennootschappen geviseerd, waarvan de rechten door één persoon, of meerdere met elkaar verbonden personen, worden aangehouden, in voorkomend geval per afzonderlijk compartiment beschouwd.

De in het vorige lid vermelde personen worden geacht verbonden te zijn met andere personen indien ofwel:

- één of meerdere natuurlijke of rechtspersonenover een andere rechtspersoon controle uitoefenen als bedoeld in artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen;

- deze personen bloed- of aanverwanten tot in de vierde graad zijn;

- deze personen met elkaar gehuwd zijn, wettelijk samenwonen, of hun woonplaats of de zetel van hun fortuin op hetzelfde adres hebben gevestigd.

Vervolgens worden ook de vennootschappen geviseerd, die naar Belgisch fiscaal recht niet transparant worden behandeld, maar die krachtens het fiscale recht van de lidstaat van de Europese Economische Ruimte waar deze vennootschappen zijn gevestigd wel fiscaal transparant worden behandeld. De Société en Commandite Simple naar Luxemburgs recht is een voorbeeld van een dergelijke vennootschap.

Het gebrek aan geharmoniseerde regels binnen de Europese Economische Ruimte leidt er toe dat sommige belastingplichtigen die gebruik maken van deze hybride vennootschappen, aan de toepassing van de inkomstenbelasting kunnen ontsnappen.

Met de invoering van de in dit koninklijk besluit opgenomen definitie worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT