Décision judiciaire de Raad van State, 15 mars 2007

Date de Résolution15 mars 2007
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.

A R R E S T nr. 168.992 van 15 maart 2007 in de zaak A. 84.047/VII-18.424.

In zake : de c.v.b.a. HARAS, die woonplaats kiest bij advocaat P. FLAMEY, kantoor houdende te ANTWERPEN,

Jan Van Rijswijcklaan 16 tegen : de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM), die woonplaats kiest bij advocaat P. LUYPAERS, kantoor houdende te HEVERLEE-LEUVEN,

Industrieweg 4, bus 1.

D E R A A D V A N S T A T E, VIIe K A M E R,

Gezien het verzoekschrift dat de c.v.b.a. HARAS op 10 mei 1999 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van 11 maart 1999 van OVAM waarbij deze beslist tot de ambtshalve verwijdering van afvalstoffen, op kosten van de overtreder, op het terrein van de c.v.b.a. HARAS, gelegen Achter de Hovenstraat te Steenokkerzeel, kadastraal gekend Sectie B, nrs.

28, 42, 42b en 43b;

Gezien de regelmatig gewisselde memories van antwoord en van wederantwoord;

Gezien het verslag opgemaakt door eerste auditeur J. CLEMENT;

Gelet op de beschikking van 28 november 2005 die de neerlegging ter griffie van het verslag en van het dossier gelast;

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan de partijen en gezien de regelmatig gewisselde laatste memories;Gelet op de beschikking van 15 januari 2007 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 8 februari 2007;

Gehoord het verslag van kamervoorzitter M.-R. BRACKE;

Gehoord de opmerkingen van advocaat K. MAN die, loco advocaat P. FLAMEY verschijnt voor de verzoekende partij, en van advocaat T. DE KETELAERE die, loco advocaat P. LUYPAERS verschijnt voor de verwerende partij;

Gehoord het eensluidend advies van eerste auditeur J. CLEMENT;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

1. Feiten

Overwegende dat de feitelijke gegevens van de zaak als volgt kunnen worden samengevat :

1.1.

In de loop van de jaren zeventig en tachtig werd de eigendom van Karel VERSTREKEN, gelegen Achter de Hovenstraat te Steenokkerzeel, kadastraal gekend Sectie B, nrs. 28, 42, 42b en 43b, uitgebaat als stortplaats. Tussen 8 september 1980 en 27 maart 1986 beschikte de firma VAN DE VELDE over een vergunning om ter plaatse inerte afvalstoffen te storten.

1.2.

Nadat OVAM Karel VERSTREKEN op 10 januari 1990 in gebreke had gesteld omdat hij had nagelaten de betrokken terreinen te saneren, werd op 25 april 1991 de procedure voor ambtshalve sanering ingeleid.

1.3.

Na het overlijden van Karel VERSTREKEN wordt de verzoeken- de partij, die onroerende goederen beheert en valoriseert, op 2 juni 1992 eigenaar van de voornoemde terreinen.

1.4.

Op 7 september 1994 stelt het bestuur Milieu-inspectie Vlaams-Brabant ter plekke vast dat op de terreinen "de sluikstortingen enorm zijn".

Luidens het proces-verbaal nr. 94/0319 van diezelfde datum,opgesteld door een inspecteur van de betrokken administratie, verklaart een bestuurder van de verzoekende partij het volgende : "U brengt mij op de hoogte van Uw vaststellingen. Wij zijn eigenaar geworden van dit terrein door overname van de nalatenschap van de heer VERSTREKEN Karel op 2 juni 1992. Uit een schattingsverslag bleek dat de waarde van genoemde percelen 0,- Bfr. was. Wij waren ons niet bewust van het feit dat op deze percelen een procedure ambtshalve sanering rustte. Ik kan U bevestigen dat wij daar niets gestort hebben. Al de afvalstoffen die u opmerkte zijn door derden gestort. Wij hebben zelfs een zware poort met hangslot aangebracht, die na één week al was vernield. Wij zullen terzake het nodige doen om te voorkomen dat er nog verder gesluikstort wordt en nagaan in hoeverre we gevolg kunnen geven aan de door u gevraagde saneringsmaatregelen".

In hetzelfde procesverbaal stelt de inspecteur van het bestuur milieu-inspectie Vlaams-Brabant hetgeen volgt : "Aangezien het duidelijk is dat hier sprake is van het uitbaten van een illegale stortplaats is dit een overtreding artikel 12 en 14, § 1 van het Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij Decreet van 20 april 1994 (B.S. 29/4/94). Tevens is dit een overtreding tegen artikel 5, § 1 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning (...).

Als saneringsmaatregelen worden opgelegd : - het terrein wordt onmiddellijk afgesloten zodat er geen stortaktiviteiten meer kunnen plaatsvinden, - alle afvalstoffen worden verwijderd naar daartoe vergunde inrichtingen tegen eind oktober 1994, - daarna wordt het terrein volledig genivelleerd en gesaneerd zodat het kan in gebruik genomen worden overeenkomstig het gewestplan (nabestemming landbouwgrond) tegen eind december 1994".

Het proces-verbaal wordt op 8 september 1994 overgemaakt aan de Procureur des Konings en aan de verzoekende partij.

1.5.

Op 20 september 1994 stuurt de verzoekende partij aan het bestuur Milieu-inspectie van Vlaams-Brabant de volgende brief : "Betreft PV/94/0319

Geachte,

Bij deze melden wij u de ontvangst van het bovenvermelde proces verbaal van 8 sept. 94.

Mogen wij u er nogmaals aan herinneren dat, zoals reeds eerder vermeld in uw pv, wij eigenaar zijn geworden van de betreffende percelen, door overname van de nalatenschap van de heer Verstreken.

Dit betekent echter niet dat wij het zullen nalaten om deze zaak proberen op te lossen. Er is ondertussen reeds een aannemer ter plaatse komen zien en wij verwachten kortelings een bestek.Indien mocht blijken dat wij een overeenkomst bereiken met de aannemer, als die binnen onze mogelijkheden ligt, zullen wij u onmiddellijk op de hoogte brengen met eventueel een saneringsplan.

Wij zullen verder zeker ook geen werken laten uitvoeren alvorens kontakt op te nemen met uw dienst".

1.6.

Op 18 oktober 1994 stelt de verzoekende partij aan het bestuur Milieu-inspectie een saneringsplan voor.

1.7.

Op 26 oktober 1994 antwoordt voornoemd bestuur dat akkoord kan worden gegaan "met de grote lijnen van de vooropgestelde sanering".

1.8.

Op 5 april 1995 deelt OVAM aan de verzoekende partij mee dat de terreinen bekend staan als een "black-point" en dat de manier waarop het terrein gesaneerd dient te worden slechts met een bodem- en saneringsstudie vastgesteld kan worden.

1.9.

Op 16 mei 1995 legt de n.v. BOUWEN EN MILIEU een eindrapport neer over het oriënterend bodemonderzoek in opdracht van de verwerende partij. Hieruit blijkt dat er op de terreinen niet alleen inerte afvalstoffen maar ook een belangrijke hoeveelheid pathogeen ziekenhuisafval (operatie-afval, medicijnen, injectienaalden, bacteriekolonies...) werden gestort.

1.10.

Op 1 maart 1996 stelt OVAM de verzoekende partij in gebreke om de afvalstoffen op voornoemde terreinen te verwijderen.

1.11.

Met een brief van 21 maart 1996 vraagt de verzoekende partij een kopie van het proces-verbaal waarin de overtreding zou vastgesteld zijn. De verzoekende partij stelt dat zij geen afvalstoffen achtergelaten of verwijderd heeft en dat uit de ontvangen studie niet blijkt dat er een direct of indirect gevaar zou uitgaan van de beweerde verontreiniging.

1.12.

Op 16 april 1996 verstuurt de verwerende partij aan de verzoeken- de partij een "gemotiveerde uitnodiging tot hoorzitting" in het kader van de door verwerende partij overwogen ambtshalve verwijdering van afvalstoffen op de betrokken percelen. Uit het proces-verbaal van de hoorzitting, die plaats vond op 3 mei 1996, blijkt dat namens de verzoekende partij in essentie wordt verwezen naar de sub 1.11 vermelde brief van 21 maart 1996, die volgens de verzoekende partij onbeantwoord is gebleven.1.13.

Op 19 november 1996 verstuurt de verwerende partij aan de verzoekende partij een brief waarin onder meer het volgende wordt gesteld : "De OVAM heeft inderdaad geen enkel document waarin vermeld staat dat u afvalstoffen zelf stort. Daarentegen wijzen wij u wel op dat u eigenaar bent van het terrein waarop een serieus gebrek aanwezig is.

Daarom wordt u ook door de OVAM aangeschreven en aangemaand.

Het niet-ontvangen van processen-verbaal is niet te wijten aan de werking van OVAM.

Gelet op de bewezen feiten, menen wij dat dit niet voldoende is om te twijfelen aan de grond van de zaak, noch aan de bedoelingen van de OVAM.

Het risico voor hinder en schade aan de volksgezondheid en het milieu is wat betreft uw stortplaats evident. Hiertoe stellen wij dat de verwerking van ziekenhuisafvalstoffen steeds via verbranding verloopt.(...)".

1.14.

Met een brief van 3 december 1996 antwoordt de raadsman van de verzoekende partij onder meer hetgeen volgt : "De overweging dat cliënte door OVAM aangeschreven en aangemaand is omdat zij eigenaar is van een terrein waarop een serieus gebrek aanwezig is, bevreemdt. Het is immers geenszins duidelijk hoe OVAM op grond van deze vaststelling er toe komt om de N.V. Haras aan te manen op grond van het afvalstoffendecreet".

1.15.

Op 21 oktober 1997 laat het parket van Brussel aan de raadsman van de verwerende partij weten dat het opsporingsonderzoek ten laste van de verzoekende partij afgesloten is bij een beslissing van zonder gevolg.

1.16.

Op 11 maart 1999 neemt de verwerende partij de thans bestreden beslissing tot ambtshalve verwijdering van de afvalstoffen op het terrein van de verzoekende partij. De inhoud ervan luidt als volgt : "Gelet op artikel 12 en artikel 37 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij decreet van 20 april 1994; verder afvalstoffendecreet genoemd;

Overwegende dat de NV Haras eigenaar is van de terreinen kadastraal gekend als: Steenokkerzeel : sectie B nrs. 28, 42, 42 b en 43 b;

Overwegende dat volgens de gegevens in het bezit van de OVAM op bovenvermelde percelen afvalstoffen werden gestort door de heer Verstreken ;

dat dit ondermeer blijkt uit het Pro-Justitie opgemaakt door de OVAM op 28 september 1989;

Overwegende dat volgens het Proces-verbaal nr. 94/0319 dd.

7 september 1994 opgesteld door het Bestuur Milieu-Inspectie Vlaams-Brabant, de NV Haras...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT