Décision judiciaire de Raad van State, 30 mars 1998

Date de Résolution30 mars 1998
JuridictionSchorsing
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE.

A R R E S T nr. 72.835 van 30 maart 1998 in de zaak A. 76.856/IX-894.

In zake :

Eddy BREUGELMANS, wonende te WESTERLO,

Polderstraat 37 tegen : de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Landsverdediging.

DE Wnd. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER,

Gezien het verzoekschrift dat Eddy BREUGELMANS op 22 december 1997 heeft ingediend om de schorsing te vorderen van de tenuitvoerlegging van "het Ministerieel Besluit van 3.11.1997 van dhr. PONCELET,

Minister van Landsverdediging waarbij hij van ambtswege uit zijn ambt wordt ontheven";

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op de ar- tikelen 17 en 18;

Gezien de nota van de verwerende partij;

Gezien het verslag opgemaakt door Eerste Auditeur R. AERTGEERTS;

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen;

Gelet op de beschikking van 18 februari 1998 waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 23 maart 1998;Gehoord het verslag van Staatsraad A. BEIRLAEN;

Gehoord de opmerkingen van Advocaat L. de BRUYN, die verschijnt voor verzoeker, en van Luitenant-kolonel J. GOVAERT, die verschijnt voor de verwerende partij;

Gehoord het eensluidend advies van Eerste Auditeur-afdelingshoofd W. VAN NOTEN;

Gelet op titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

  1. Over de gegevens van de zaak.

    Overwegende dat de gegevens van de zaak als volgt kunnen worden samengevat :

    1.1.

    Op 27 augustus 1986 gaat verzoeker een dienstneming aan als kandidaat-beroepsonderofficier bij de luchtmacht.

    Op 20 december 1986 en 1 juni 1987 wordt verzoeker aangesteld in de graad van respectievelijk korporaal en sergeant.

    Op 26 december 1988 wordt verzoeker benoemd tot sergeant en opgenomen in het kader der beroepsonder- officieren.

    Op 26 juni 1992 wordt verzoeker benoemd tot eerste sergeant.

    1.2.

    Op 17 november 1996 wordt door de rijkswacht ten laste van verzoeker een proces-verbaal opgesteld wegens "(1) in-, uitvoer zonder machtiging van verdoven- de middelen, (2) wederrechtelijk bezit van verdovendemiddelen". Bij zijn ondervraging verklaart verzoeker het volgende : "Ik wens Nederlands te spreken en deze taal in de rechtszaken te gebruiken.

    - Heden werd ik in het bezit gevonden van 1 joint en 1 zakje marihuana.

    - Ik ben naar Amsterdam geweest op uitstap. Aldaar heb ik rondgelopen. Uit nieuwsgierigheid ben ik in een coffeeshop geweest. Ik heb mij dan laten verlei- den om aldaar één zakje marihuana aan te kopen en één joint. Ik deed dit uit nieuwsgierigheid. Ikzelf ben geen gebruiker en zou dit nooit gebruiken.

    - Ik handel voor eigen rekening. - Na voorlezing volhardt en tekent met ons".

    1.3.

    Op 12 december 1996 legt verzoeker de volgende verklaring af bij de krijgsauditeur van het militair auditoraat bij de Bestendige Krijgsraad te Brussel : "Ik bevestig volledig de verklaring die ik op 17 november 1996 heb afgelegd voor de rijkswacht van Ravels en waarvan u mij voorlezing hebt gegeven. Ik ben sedert 1986 bij het leger en ik ben er werkzaam als instrukteur. Ik ben er mij van bewust dat ik een grote stommiteit heb begaan. Ik wil verduidelijken dat ik dat weekend naar Nederland was gegaan voor een muntveiling. Het verzamelen van oude munten is mijn hobby.

    Ik was vergezeld van de genaamde Rudy BERNAERT, die ook een muntverzamelaar is. Laatstgenoemde woont in Antwerpen. Ik ken zijn adres niet, maar ik weet wel dat hij werkzaam is in de supermarkt Anthonissen in de Brederodestraat 101 te 2018 Antwerpen. Het is louter bij toeval dat wij in een coffee-shop zijn terechtgekomen, waar wij alleen de bedoeling hadden iets te drinken. Het is daar dat wij hebben vastge- steld dat er prijslijsten beschikbaar waren voor drugs. Het is in die omstandigheden dat wij samen besloten van drugs aan te kopen die in mijn voertuig werden teruggevonden. Ik herinner mij niet wat wij ervoor betaald hebben en wij hadden geen afspraken gemaakt omtrent het gebruik dat wij ervan gingen maken. Voor ons was het gewoon iets uitzonderlijks.

    Op die druglijst bevonden zich allerlei rare namen en het is lukraak dat wij één van die produkten hebben aangekocht. Ikzelf ben nooit in aanraking gekomen met drugs en ik ben ervan overtuigd dat ook Rudy BERNAERT nooit met drugs is in aanraking gekomen.

    Ik ben ongehuwd maar ik leef samen met een dame die aan marketing doet en die ook nog nooit met drugs is inaanraking gekomen. Ik ben er mij van bewust dat in het militair milieu en in het bijzonder de school waarvan ik deel uitmaak, drugs zeer ernstig worden genomen.

    Ik weet dat men er zeer zwaar aan tilt. Ik doe vrijwillig en onvoorwaardelijk en definitief afstand van de produkten die in beslag werden genomen en waarvan ik niet betwist dat het drugs zijn.

    Ik bevestig u nogmaals dat ik nooit in aanraking ben gekomen met drugs en nooit drugs heb gebruikt en het ook niet zinnens ben.

    Ik ben bereid van mij aan urinetesten te onderwerpen en dat om het even wanneer en waar. Ik neem er kennis van dat u persoonlijk niet zinnens bent mij te vervolgen voor zover het onder- zoek uitwijst dat er niet meer gebeurd is dan wat ik kom te verklaren, en voor zover er zich geen nieuwe feiten meer voor doen. U deelt mij eveneens mede dat het niet uitgesloten is dat deze feiten aan mijn eenheid zullen worden medegedeeld.

    Ik bevestig u verder heb ik niets meer te verklaren".

    1.4.

    Bij schrijven van 6 januari 1997 zendt de krijgsauditeur het strafrechtelijk dossier in mededeling aan de commandant van de Technische School Saffraanberg.

    Hij meldt dat de zaak op strafrechtelijk gebied op 6 januari 1997 zonder gevolg werd gerangschikt.

    1.5.

    Op 24 januari 1997 stelt de kolonel van het vliegwezen SBH R. CLAES, commandant van de Koninklijke Technische School te Sint-Truiden, voor om verzoeker te laten verschijnen voor een onderzoeksraad met het oog op het ontslag van ambtswege.

    Als motivering van het voorstel vermeldt hij : "Heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige feiten die niet in overeenstemming zijn met de staat van militair".

    Hij geeft het volgende "relaas der feiten" : "Tijdens een kontrole van de RW-brigade op 17 Nov 96 te RAVELS werd 1Sgt BREUGELMANS E. (...) in het bezit gevonden van verdovende middelen (2 gram marihuana en één joint) (PV Nr ... van 17 Nov 96).

    Nadat hij deze verdovende middelen, samen met een vriend, had aangekocht in een coffeeshop in Amsterdam werden deze door hemzelf ingevoerd.Betrokkene heeft deze feiten toegegeven aan bovenvermelde RW-brigade".

    Hij verleent het volgende "gemotiveerd advies over de ernst van de feiten" : "Het feit dat betrokkene in het bezit gevonden werd van drugs is onverenigbaar met de staat van onder- officier.

    Aangezien betrokkene een verantwoordelijke functie (onderrichter) uitoefent in de K

    Tech S, waar de problematiek van drugs zeer gevoelig ligt en door iedereen wel bekend is, vermits reeds verscheidene leerlingen wegens druggebruik uit het leger ver- wijderd werden, maakt dergelijke houding nog minder aanvaardbaar.

    Al het personeel van de K Tech S werd door middel van de Dagelijkse Order 1ste deel Nr 84 van 04 Nov 96 op de hoogte gebracht van de Instr JSP-A/Disc Adm Nr 506A van 18 Okt 96 handelend over het drugsbeleid in de schoot van de Krijgsmacht en zijn statutaire en bewarende maatregelen".

    Op 27 januari 1997 ondertekent verzoeker het voorstel voor kennisneming.

    Op 30 januari 1997 laat verzoeker in zijn verweerschrift het volgende gelden : "Ik ondergetekende 1

    SG

    BOO

    BREUGELMANS,

    Eddy,

    Stamnummer A 47498 verklaart hiermede een verweer- schrift in te dienen ter verdediging konform het Reglement A2.

    Betreffende : Mod B nr 1050 van 28 Jan 97 : Voorstel tot het verschijnen voor een onder- zoeksraad met het oog op het ontslag van ambtswege.

    Relaas der Feiten :

    Op 17 Nov 96 zijn mijn vriend en ik naar een muntenbeurs gegaan te Amsterdam.

    Na het bezoek van deze beurs zijn wij in Amsterdam iets gaan eten, en nadien gingen mijn vriend en ik iets gaan drinken. Zonder dat we het echt beseften waren wij in een coffeeshop.

    Bij het bekijken van de prijslijst, stelden wij vast dat men softdrugs kon kopen en op vraag van mijn vriend en louter uit nieuwsgierigheid hebben wij iets besteld (2 gr. marihuana en één joint).

    Tijdens een Rijkswachtcontrole te Ravels werd ons gevraagd ofdat wij drugs bij hadden. Op dat ogenblik stelde mijn vriend en ik vast, dat wij nog in het bezit waren van deze drugs. En in alle eerlijkheid en niet bewust van de ernst van de zaak, hebben wij zelfbevestigd, dat wij in het bezit waren van (2 gram marihuana en één joint). Wij hadden niet de intentie deze te gebruiken en beseften niet dat het bezit van softdrugs strafbaar is in België.

    Er werd een PV opgemaakt en overgemaakt aan het Militair Krijgsauditoraat te Brussel, voor verdere behandeling. Op 12 Dec 96 werd ik uitgenodigd bij Cl. VAN

    AVERMAET,

    1-Ste Substituut-Krijgsauditeur, voor meer informatie aangaande deze feiten.

    Na mijn verklaring ter plaatse bevestigde de 1-ste Substituut-Krijgsauditeur, dat deze zaak niet ernstig genoeg was voor vervolging en dat dit ging gesepo- neerd worden. Ook bevestigde hij dat de drugbrigade zal verwittigd worden voor verder onderzoek en om een verklaring af te nemen van mijn vriend.

    Op aanvraag van mijn Korpscommandant werd het gerechtelijk dossier doorgestuurd naar mijn eenheid.

    Deze heeft dan de procedure gestart met het voorstel tot het verschijnen voor een onderzoeksraad met het oog op het ontslag van ambtswege.

    Aangezien mijn staat van dienen goed is en ik geen gerechtelijk verleden heb, alsook een blanco straf- blad (zie bijln : evaluatienota enz.), vraag ik om verzachtende omstandigheden.

    Mijn vroegere Flight Comd,

    Cdt TESTELMANS is bereid om te komen getuigen voor de onderzoeksraad, wat betreft mijn goede staat van dienen als onder- officier en als onderrichter.

    Ook mijn vriend is bereid om een verklaring af te leggen dat dit een onwetend incident is zonder bijbedoelingen.

    In wens mij te laten bijstaan ter verdediging door Adjt DE BOODT

    D., bestendig secretaris...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT