Décision judiciaire de Raad van State, 16 septembre 2010

Date de Résolution16 septembre 2010
JuridictionNietigverklaring
Nature Arrest

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Xe KAMER

A R R E S T

nr. 207.387 van 16 september 2010 in de zaak A. 174.190/X-12.901.

In zake: Hélène d’UDEKEM d’ACOZ bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Clive Van Aerde kantoor houdend te 8200 BRUGGE Rijselstraat 274 bij wie woonplaats wordt gekozen

tegen:

het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Bart Bronders kantoor houdend te 8400 OOSTENDE Archimedesstraat 7 bij wie woonplaats wordt gekozen

---------------------------------------------------------------------------------------------------I. Voorwerp van het beroep

1. Het beroep, ingesteld op 20 juni 2006, strekt tot de nietigverklaring van het besluit van 25 april 2006 van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, houdende inwilliging van het administratief beroep van de gemachtigde ambtenaar tegen het besluit van 13 januari 2005 van de bestendige deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen waarbij aan Hélène d’UDEKEM d’ACOZ de stedenbouwkundige vergunning werd verleend voor het herbouwen van een landwoning aan de

Couthoflaan 36 te Proven-Poperinge, op een perceel kadastraal bekend sectie C, nr. 292/c.

II. Verloop van de rechtspleging

2. Bij arrest nr. 171.346 van 22 mei 2007 is de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing verworpen.

X-12.901-1/31

Bij arrest nr. 197.057 van 20 oktober 2009 worden de debatten heropend en wordt het door de auditeur-generaal aangewezen lid van het auditoraat gelast met het aanvullend onderzoek.

Adjunct-auditeur Wouter De Cock heeft een aanvullend verslag opgesteld.

De verzoekende partij heeft een verzoek tot voortzetting van het geding en een laatste memorie ingediend.

De partijen zijn opgeroepen voor de terechtzitting, die heeft plaatsgevonden op 28 mei 2010.

Staatsraad Stephan De Taeye heeft verslag uitgebracht.

Advocaat Clive Van Aerde, die verschijnt voor de verzoekende partij, en advocaat Wouter Declerck, die loco advocaat Bart Bronders verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord.

Adjunct-auditeur Wouter De Cock, daartoe gemachtigd bij advies van 1 september 2009 van de adjunct-auditeur-generaal, heeft een met dit arrest eensluidend advies gegeven.

Er is toepassing gemaakt van de bepalingen op het gebruik der talen, vervat in titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

III. Feiten

3. Wat de uiteenzetting van de feiten betreft, wordt verwezen naar het gestelde in ’s Raads arrest nr. 197.057 van 20 oktober 2009.

X-12.901-2/31

IV. Onderzoek van de middelen

  1. Tweede, derde en vijfde middel

Uiteenzetting van de middelen

4. De verzoekster voert het volgende tweede middel aan:

“Genomen uit de schending van de materiële motiveringsplicht, als op zich staand algemeen rechtsbeginsel en als beginsel van behoorlijk bestuur, evenals uit de schending van het redelijkheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en de algemene beginselen van de bewijsvoering;

Alsmede uit de schending van de formele motiveringsplicht afgeleid uit art. 53 § 3 van het Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 (zoals diverse keren gewijzigd) dat stipuleert : ‘De beslissingen van de bestendige deputatie en van de Vlaamse regering worden met redenen omkleed.’; en uit art. 2 en 3 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

Alsmede uit de schending van art. 3 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen krachtens dewelke de motivering de juridische en feitelijke overwegingen moet vermelden die aan de beslissing ten grondslag liggen en afdoende moet zijn;

Alsmede uit de schending van art. 145bis van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dat o.a. stipuleert dat om de gevraagde vergunning te kunnen bekomen de woning op het moment van de eerste vergunningsaanvraag niet verkrot mag zijn geweest en dat een woning als verkrot wordt beschouwd indien ze niet voldoet aan de elementaire eisen van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot ver- of herbouwen.

Doordat de bestreden beslissing om te komen tot het besluit dat de woning verkrot was ten tijde van de eerste aanvraag tot bouwvergunning van 30 augustus 1999 overweegt :

‘Overwegende dat door de cel Huisvesting van de afdeling ROHM West-Vlaanderen op 18 juli 2002 een technisch onderzoek werd uitgevoerd waaruit is gebleken dat: ‘... De woning heeft te kampen met ernstige stabiliteitsproblemen. De linkergevel staat los van de woning, enkel de gordingen van het dak zijn ingemetseld. Deze gevel is recent gebouwd met snelbouwstenen op een fundering van betonstenen. Tussen voor- en achtergevel zijn hoekverbindingen voorzien om dit metselwerk verder uit te voeren.

De volledige dakconstructie is onderstut met metsersschoren en voorzien van spanbanden om het wegduwen van de gevels te verhinderen. De nokbalk aan de linkerkant is onderstut met een metsersschoor die in de vensteropening op de bovenverdieping is geplaatst. Er zijn geen dragende binnenmuren en een tussenvloer ontbreekt. Een deel van de onderste draagvloer ontbreekt aan de linkergevel.

Gelet op de stuttingswerken is (het) instortingsgevaar reëel.’; en verder :

‘Overwegende dat uit een plaatsbezoek op 9 juni 2003, naar aanleiding van de eerste vergunningsaanvraag voor het verbouwen van de woning, is gebleken dat de betrokken eerdere woning op relatief grote afstand van de straat is gelegen, bereikbaar langs een wegje, thans summier verhard

X-12.901-3/31

met steenslag, wederrechtelijk aangebracht op de bedding van een kerkwegel (en derhalve verbreed ten opzichte van die vroegere toestand); Overwegende dat aangaande de voorwaarde dat de woning niet verkrot mag zijn uit voormeld plaatsbezoek reeds bleek dat de woning in een vrij ver gevorderde staat van verval verkeert, een toestand die alleszins het resultaat van meerdere jaren verdergaand verval blijkt te zijn; dat die verkrotte staat onder andere blijkt uit de staat van de voorgevel die bol en hol staat en op meerdere plaatsen grote scheuren en verzakkingen vertoont; dat de linkerhoek volledig weg is en de kopgevel overigens wederrechtelijk is herbouwd (vooralsnog enkel het binnenspouwblad); dat het complete binnengeraamte, op de dakstructuur na, in een vervallen staat blijkt te zijn en/of reeds verwijderd is; dat in het vroegere woongedeelte geen binnenmuren, noch een verdiepingsvloer, voorkomen; dat de dakstructuur thans wordt ondersteund door schoren; dat het gebouw niet gefundeerd is en consolidatie derhalve zware werken vergt; dat ter hoogte van de gesloopte zijmuur delen van het dak weg zijn; dat al deze tekortkomingen er op wijzen dat het verval reeds jaren aan de gang is, zodat dient besloten dat het gaat om een verkrotte woning, niet enkel nu, maar ook op het ogenblik van de eerste aanvraag; dat derhalve dient besloten dat het niet meer gaat om een bestaand gebouw zoals bedoeld in artikel 145 bis;

Overwegende dat uit voormelde beschrijving de zeer bedenkelijke toestand van het gebouw moge blijken; dat hieruit, zoals reeds gesteld, moet besloten worden dat het gebouw verkrot is en niet voldoet aan de elementaire vereisten van stabiliteit; dat deze vaststelling ook reeds bleek uit het verslag van de cel Huisvesting van de afdeling ROHM West-Vlaanderen dd. 25 maart 1999 waarbij een hoge graad van verkrotting (78 punten) werd vastgesteld; dat uit verder onderzoek van de zaak is gebleken dat de woning niet bewoond werd tot 16 december 1997; dat immers mevrouw Martha Vandenbussche niet in het betrokken huisje woonachtig was tot 16 november 1997, maar wel als dienster tewerkgesteld op het nabijgelegen kasteel en aldaar feitelijk woonde, tot ze er hoogbejaard stierf; dat op het hoevetje ze enkel officieel gedomicilieerd was; dat het hoevetje al decennia lang verlaten en volledig verwilderd was;’

Terwijl, Krachtens de voormelde beginselen moeten de motieven om te besluiten tot het verkrot zijn van de woning ten tijde van de eerste vergunningsaanvraag tot ver- of herbouwen, o.a. afdoende en deugdelijk zijn en moeten ze o.a. :

- feitelijk juist zijn en dus o.a. afdoende bewezen zijn en gestaafd zijn door stukken van het administratief dossier

- juridisch juist zijn en bijgevolg o.a. afgeleid zijn uit stukken in het administratief dossier die in rechte bewijskrachtig zijn

- en in redelijke verhouding staan tot de inhoud van de beslissing. Dit is hier niet het geval.

% In het administratief dossier ligt geen verslag voor noch van het technisch onderzoek van ‘de cel Huisvesting van de afdeling ROHM West-Vlaanderen op 18 juli 2002’, noch van het ‘plaatsbezoek op 9 juni 2003’, noch van ‘het verslag van de cel Huisvesting van de afdeling ROHM West-Vlaanderen dd. 25 maart 1999’. Er wordt in de bestreden beslissing niet eens aangeduid welke specifieke ambtenaren deze plaatsbezoeken/onderzoeken hebben gedaan.

Bijgevolg zijn de beschrijvingen die in de bestreden beslissing worden afgeleid uit de voormelde onderzoeken/plaatsbezoeken als motieven om te besluiten tot het verkrot zijn van de woning ten tijde van de

X-12.901-4/31

eerste bouwaanvraag (30 augustus 1999) in de zin van art. 145bis, feitelijk onjuist en volstrekt onbewezen.

Bovendien zijn deze motieven ook juridisch onjuist, omdat de argumenten van de verzoekende partij worden weggeveegd met verwijzingen die niet gestaafd worden noch geverifieerd kunnen worden aan de hand van stukken in het administratief dossier.

% In het administratief dossier steken onder nummer 10 in kaft H

(‘Dossier ASV onderzoek’) van het ‘Bundel ASV’ een groot aantal foto’s waaronder de tekst ‘Poperinge-Proven:Stedenbouwkundige vergunningsaanvraag d’Udekem d’Acoz — plaatsbezoek 9 juni 2003’ is bijgetikt. (zie ook stukken XII-3.3 bewijsbundel verzoekende partij). Op de inventaris die geschreven is op deze kaft H worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT